Kapitaalverzekering | Fiscaal geruisloos voortzetten (FGV)

Woningbezitters die op 31-12-2012 een eigenwoningschuld hadden hebben “overgangsrechten”. Dat wil zeggen dat het voor hen mogelijk is om de (indirecte) aflossingsvorm die er was te behouden bij de financiering van een nieuwe woning of bij oversluiten van de bestaande hypotheek. Dit in tegenstelling tot mensen die geen eigenwoningschuld hadden op dat moment. Voor hen zijn slechts 2 aflosvormen mogelijk waarbij er fiscaal voordeel kan worden genoten.

Het kan zijn dat iemand een lopende spaarverzekering, beleggingsverzekering of bancaire rekening (sparen of beleggen) had op 31-12-2021.

Het is dan mogelijk om dit aflossingsplan, al dan niet in andere vorm, (ook) bij een andere geldverstrekker of verzekeraar voort te zetten. Niet alle mutaties zijn mogelijk en niet iedere geldverstrekker biedt iedere aflosvorm aan.

 

Benodigde informatie

Om te bepalen wat er mogelijk is met betrekking tot FGV moeten er gegevens worden aangeleverd aan ons. Wij moeten deze gegevens bij een aanvraag doorgeven aan de (nieuwe) geldverstrekker of verzekeraar. De benodigde gegevens staan hieronder.

  • Polisnummer / rekeningnummer

  • Oorspronkelijke ingangsdatum polis / rekening

  • Naam rekening- / polishouder

  • Looptijd

  • Fiscaal regime

  • Hoogste inleg / premie in enig jaar

  • Laagste inleg / premie in enig jaar

  • Hoogte inleg lopend polis- / contractjaar

  • Garantie- / doelkapitaal

  • Verwachte datum overdracht

  • Verwachte waarde op datum overdracht

Het huidige aflossingsplan

Het huidige aflossingsplan is vaak (nog) gekoppeld (verpand) aan de huidige geldverstrekker. Aan de hypothecaire lening. Dat wil zeggen dat er op de polis of op het contract een aantekening is geplaatst dat je als verzekeringnemer of rekeninghouder niet zonder toestemming van de pandhouder mag beschikken over dit geld. Dit omdat het dient als zekerheid voor de aflossing van de huidige (oude) lening.

Om vrij te kunnen beschikken over het vermogen in het aflossingsplan moet het niet meer verpand zijn. Dat wil zeggen dat na aflossing van de hypotheek de voormalige geldverstrekker aan de verzekeraar moet melden dat de verpanding moet worden opgeheven. Helaas werken geldverstrekkers en verzekeraars relatief traag en kan het ontvangen van deze melding lang duren. Regelmatig wordt dit helemaal niet gemeld en moeten wij ervoor zorgen dat dit alsnog gebeurt. 

Tot het moment dat de oude verzekeraar deze melding heeft ontvangen van de geldverstrekker kan deze niets doen. Immers, de verzekeraar heeft zich richting de geldverstrekker verplicht om de zekerheid veilig te stellen ten behoeve van de geldverstrekker. Er zou anders misbruik van gemaakt kunnen worden.

Bij doorstromers betekent dit dat een nieuw aflossingsplan (banksparen) pas ingaat op het moment dat het oude aflossingplan is beëindigd. De inleg in de nieuwe bankspaarrekening vindt pas plaats, nadat de overdracht van de oude waarde naar de nieuwe partij heeft plaatsgevonden. De hypotheek is tot dat moment eigenlijk aflossingsvrij. Wij bewaken het proces van de overheveling van de oude partij naar de nieuwe partij. Zie ook verder onder "tijdelijk twee woningen".

De fiscale historie en de belasting

Het lopende aflossingsplan kent een ingangsdatum, een periodieke premie / inleg, een (al dan niet gegarandeerd) doelvermogen en een looptijd. Daarnaast speelt ook een rol of er in het verleden aanvullende bedragen zijn ingelegd. Het aflossingsplan moet in Box I lopen. Dat wil zeggen dat de uitkering verplicht moet worden gebruikt voor de aflossing van een eigenwoningschuld. Niet alle verzekeringen hebben de fiscale verplichting om aangewend te moeten worden voor de aflossing van de eigenwoningschuld. Deze verzekeringen tellen mee bij het vermogen in Box III. Verzekeringen die de Box 1-clausule wel hebben worden gedurende de looptijd niet bij het belastbare vermogen geteld.

Het is sinds 01-04-2013 niet meer mogelijk een verzekering in Box III alsnog in Box I te plaatsen. 

Alle hierboven beschreven gegevens zijn voor ons en de nieuwe partij relevant om de mogelijkheden te kunnen bepalen voor het nieuwe aflossingsplan. Wanneer het oude plan wordt voortgezet bij een nieuwe partij, dan is deze nieuwe partij verplicht om informatie op te vragen over dit verleden. Dit bij de oude partij.

Het nieuwe aflossingsplan

Het nieuwe aflossingsplan gaat pas in wanneer de gelden van het oude plan zijn ontvangen. Dit vergezeld met een bewijsstuk waarin staat wat er in het verleden is gebeurd in dit oude aflossingsplan, bij de oude partij. Dit is nodig omdat enerzijds er risico’s ontstaan voor de rekeninghouder / verzekeringnemer, maar ook voor de nieuwe partij. Ze zijn verplicht te waarborgen dat de voortzetting op de juiste manier gebeurt, binnen fiscale regels. De regelgeving omtrent wat er wel of niet kan en mag is zeer complex. Het overgaan van de oude naar de nieuwe geldverstrekker met behoud van de fiscale rechten heeft fiscaal geruisloos voortzetten.

De overgangsfase

Het is van belang dat ook in de periode tussen de overgang van oude partij naar nieuwe partij er wordt voldaan aan de betalingsverplichting. Dus ook al loopt de oude hypotheek niet meer, dan nog moet tot het moment dat de waarde is overgegaan naar de nieuwe partij, er worden voldaan aan het betalen van de oude inleg.

Hier staat wel tegen over dat er pas aan de nieuwe partij wordt betaald voor het nieuwe aflossingsplan wanneer de waarde van de oude partij is overgegaan naar de nieuwe partij. Je betaalt dus nooit dubbel. Het is mogelijk wel raar dat de nieuwe hypotheek wel al is ingegaan, maar dat je nog betaalt voor de aflossing van de oude hypotheek die al is afgelost.

Hier is niets aan te doen en heeft te maken met het feit dat de administratieve afwikkeling tussen oud aflossingsplan en nieuw aflossingsplan een nauwkeurig en tijdrovend proces is.

Wanneer er fouten worden gemaakt in de administratieve afwikkeling tussen partijen is het gevolg dat overgangsrechten verloren gaan en er mogelijk zelfs tot 52% belasting moet worden betaald over de waardeaangroei van het aflossingsplan! Deze verantwoordelijkheid ligt vanwege een protocol bij de bank en/of verzekeraar die de overgang verzorgt.

Bijzondere situaties

Tijdelijk geen koopwoning

Als er tijdelijk geen koopwoning is, dus wanneer de nieuwe hypotheek later in gaat dan het moment dat de oude woning is verkocht, dan is het van het grootste belang om te blijven betalen voor het oude aflossingsplan. Wanneer er sprake is van een beleggingsplan, dan wijzigt de premie niet.

Wanneer er sprake is van een aflossingsplan op spaarbasis, dan zal er tijdelijk een hogere premie betaald moeten worden voor het aflossingsplan. Dit heeft te maken met het gegeven dat de koppeling tussen de betaalde hypotheekrente en de vergoede spaarrente op het aflossingsplan is komen te vervallen. Er wordt daarom een lagere rente vergoed op het aflossingsplan. Daarom moet tijdelijk de premie omhoog om het oorspronkelijke doelvermogen te kunnen blijven behalen.

Fiscaal verhuist een KEW naar Box III op het moment van verkoop. De waardegroei vanaf dat moment valt onder de Box III-grondslag. Wanneer uiterlijk aan het einde van het jaar na verkoop er weer een nieuwe eigenwoningschuld ontstaat, dan kan deze weer in Box I worden verantwoord. Dit heet de verhuisregeling.

Op het moment van verkoop wordt de vrijstelling verlaagd met de waarde op het moment van verkoop. Als de polis weer naar Box I gaat, dan wordt de vrijstelling verhoogd met hetzelfde bedrag als op het moment van verkoop.

Als de polis op de peildatum voor de vermogensrendementsheffing in Box III (1 januari) valt, dan telt de volledig waarde mee voor de grondslag.

Tijdelijk twee woningen

Als er tijdelijk twee woningen zijn, dan moet het oude aflossingsplan worden voortgezet. Na verkoop van de oude woning, ontpanding van het aflossingsplan, afkoop en doorstorten naar de nieuwe partij zal de aflossing aan de nieuwe partij plaatsvinden. De nieuwe partij vraagt dus geen aflossing tot het moment dat de oude partij de aflossing heeft “overgeheveld”.  De exacte nieuwe premie / inleg van de aflossing hangt af van de waarde die er wordt overgeheveld en de resterende looptijd, het doelvermogen en de vergoeding. In het advies zullen wij altijd zo nauwkeurig mogelijk een inschatting hiervan maken, maar exact kunnen wij dit nooit aangeven.

Administratieve werkzaamheden inzake de voortzetting

Het oude aflossingsplan moet worden beëindigd. Juridisch gezien is dit vaak een aparte overeenkomst, naast de geldlening / hypotheek die er liep. Er zal dus apart moeten worden aangegeven wat er hiermee moet gebeuren. Het is van het grootste belang dat de opgebouwde waarde rechtstreeks naar de nieuwe partij wordt overgemaakt. Het is nadrukkelijk NIET toegestaan om de afkoopwaarde zelf te ontvangen en deze door te storten. 

De afkoop kan pas plaatsvinden als de verpanding is opgeheven. Dus pas na verkoop van de oude woning. Het verwerken van deze opheffing kan bij de verzekeraars enige dagen tot enkele werken duren!

De overboeking van het geld naar de nieuwe partij moet zijn goedgekeurd door de eigenaar (verzekeringnemer) van het aflossingsplan. Dit door middel van een getekend afkoopverzoek. Op een afkoopformulier dat je vaak zelf ontvangt van de oude partij moeten dus de juiste gegevens worden ingevuld. Wij kunnen aangeven wat er precies moet worden ingevuld. Vraag dit altijd na aan ons om fouten te voorkomen!

Wanneer de verzekeringnemer aangeeft dat het bedrag aan een nieuwe partij moet worden overgemaakt, met behoud van fiscale rechten (fiscaal geruisloos voortzetten), dan zal de oude partij het geld overmaken aan de nieuwe partij.

Deze nieuwe partij wil, alvorens het bedrag dat er is ontvangen daadwerkelijk te investeren in het nieuwe aflossingsplan, wel precies weten wat de historiek is. Vaak wordt het geld dan tijdelijk gestald op een “tussenrekening”.

De verklaring over de historie wordt verricht door middel van een “OSK-formulier”. Dit staat voor “Overeenkomst Stroomlijning Kapitaaloverdracht”. Er is hier een uitgebreid protocol voor geschreven met rechten en verplichtingen van alle betrokken partijen. In beginsel dient een traject binnen 4 weken afgerond te zijn.

De nieuwe partij beoordeelt (opnieuw) of het aangevraagde nieuwe aflossingsplan voldoet aan de fiscale voorwaarden om te voldoen als voortzetting van het oude aflossingsplan. Als het inderdaad voldoet, dan wordt het bedrag op het nieuwe aflossingsplan geboekt. Vervolgens krijg je van de nieuwe partij bericht over de ontvangen waarde en de nieuw in te leggen premie of inleg op het nieuwe aflossingsplan.

Op dat moment betaal je zoals beoogd alleen nog voor het nieuwe aflossingsplan, het oude plan is beëindigd. Het advies zoals gepresenteerd heeft zijn invulling gekregen.

Hier kun je het protocol Stroomlijning Kapitaaloverdracht downloaden. En hier vind je de toelichting erop.

Samenvattend

  • Het voortzetten van een oud aflossingsplan is een nauwgezet proces waarbij er vaak onbegrip is dat het lang kan duren. Nauwkeurigheid is echter belangrijk.

  • Wij zorgen als deskundig intermediair ervoor dat de overheveling goed wordt afgerond, maar zijn hierbij afhankelijk van juist-, volledig-, en snelheid van andere partijen.

  • Deze informatie heeft als doel meer inzicht te bieden in wat er gebeurt en waarom.

  • Ingewikkelde en lastige fiscale begrippen zijn achterwege gelaten in deze beschrijving. Het is niet juist en niet volledig. Dit was ook niet het doel van deze toelichting.

  • In relatief eenvoudige taal, voor zover mogelijk, wordt beschreven hoe het proces verloopt om een oud aflossingsplan voort te zetten bij een nieuwe geldverstrekker.

  • Het proces kan lang duren. Stel gerust vragen aan ons, maar realiseer je dat we het proces bewaken en dat we waar nodig stappen ondernemen om de overheveling zo spoedig mogelijk afgerond te krijgen.

 

Veelgestelde vragen

Waar kan ik meer lezen over de (bank-) spaarhypotheek?

Op deze pagina kun je alles lezen over de (bank-) spaarhypotheek

Maakt het uit of er sprake is van een garantiekapitaal of niet?

Ja, bij een FGV, waarbij er geen sprake is van een garantiekapitaal mag de inleg of premie niet worden verhoogd. Wanneer er wel sprake is van een gegarandeerd doelkapitaal, dan mag dit bedrag niet worden verhoogd.

Is de premie van een overlijdenrisicodekking ook van invloed bij FGV?

Ja.

  • Wanneer een KEW met garantiekapitaal of een SEW wordt voortgezet in een KEW zonder garantiekapitaal, dan mag de premie inclusief de premie van de (nieuwe) overlijdensrisicodekking niet hoger worden.
  • Wanneer een KEW zonder garantiekapitaal wordt voortgezet in een nieuwe KEW zonder garantiekapitaal dan mag in de berekening van de nieuwe premie de premie van de (evt. losse) overlijdensrisicodekking niet worden meegenomen.
 
Vorige
Vorige

Leidraad Afwikkeling Beroepsziektezaken

Volgende
Volgende

Levensverzekering | Het medisch beoordelingstraject | Onderzoek en keuringen